woensdag 14 december 2016

Beeldendevorming les 1


Beeldende vorming les 1


vandaag, 9 december 2016, had ik mijn eerste les beeldende vorming. Ik had totaal geen idee wat het zou inhouden.

De drie doelen van deze les waren:
1. Je kunt 3 procesfasen (receptie, productie en reflectie) van het lesfasenmodel voor BV onderscheiden.
2. je kunt omschrijven wat beeldtaal is en op welke manieren dit in het basisonderwijs een rol speelt.
3. je kunt aangeven wat een open en controleerbare opdracht is en waarom dat belangrijk is voor BV.

Doel 1 heb ik gehaald door de theorie die besproken werd e ik ben er zelf mee aan de slag gegaan tijdens de praktische opdracht.
Receptie = bijvoorbeeld het bekijken van beelden of het beluisteren van muziek. Dus dat je wel iets hoort, ziet, voelt, enzovoort, maar dat je er zelf niet actief mee aan de slag gaat.
Productie = het zelf produceren van iets wat met BV te maken heeft.
Reflectie = het zelf terugkoppelen van de opdracht die je gemaakt hebt.

Doel 2 is besproken tijdens de theorie.
Beeldtaal is dat de gedachten van geschreven- of gesprokentaal omgezet wordt door beelden. In het basisonderwijs speelt dit zeker een rol. Neem het voorbeeld van iemand uit groep 3: iemand uit groep 3 zag altijd al teksten, nummers en letters om zich heen, maar wist nooit wat dat betekende. Als het kind gaat leren lezen dan kan het opeens de teksten en letters die hij/zij zag lezen en weet hij/zij nu wel wat het betekent en krijgt daar een beeld bij.

Doel 3 heb ik gehaald tijden het uitvoeren van een opdracht. We moesten een partner zoeken die ongeveer dezelfde stage groep heeft. Na tweetallen gemaakt te hebben kregen we een kopie van een BV docentenhandleiding met daarin een opdracht. Met je partner moest je uitzoeken wat het open deel en het controleerbare deel van de opdracht was. Het controleerbare deel is het deel dat elk kind moet doen en dus controleerbaar is. Het open deel is het deel waar kinderen zelf invulling aan kunnen geven.
Ik had de volgende les:
Bij mijn les was het controleerbare deel dat de kinderen een ijsbaan moesten maken van papier en het open deel was dat de kinderen zelf invulling aan de ijsbaan mochten geven. Ze mogen namelijk zelf kiezen wat ze op de ijsbaan willen en wat ze in de omgeving van de ijsbaan willen. Ze moeten dus een ijsbaan maken maar mogen zelf invulling aan de ijsbaan geven.


Na de theorie mochten we aan de praktijk beginnen. Je kon kiezen tussen een bovenbouw opdracht (een skyline maken) of een onderbouw opdracht (een dier scheuren en een stop motion filmpje maken). Allebei de opdrachten waren zowel open als controleerbaar. Bij de skyline was het controleerbaar dat je een skyline moest maken en open was hoe de skyline eruit komt te zien (zowel vorm als kleur kon je zelf kiezen). De opdracht van het scheuren van papier en dan een dier maken en vervolgens een stop motion filmpje maken was controleerbaar, omdat je een dier en een stop motion filmpje moest maken, maar welk dier, hoe het dier eruit kwam te zien en hoe je het filmpje wilde maken mocht je zelf weten en was dus open.

Ik heb gekozen voor de onderbouw opdracht, omdat ik zelf in groep 3, dus een onderbouwgroep les geef. Als dier heb ik een kat gemaakt, omdat dat een van mijn lievelingsdier is. Na het dier gemaakt te hebben heb ik er een stop motion filmpje van gemaakt. Daarna heb ik het ook nog afgedrukt met afdrukverf. Dat leverde een leuk resultaat op.

Note:
Het kan zijn dat het klikken op het linkje het niet doet. Hierbij de link voor de zekerheid: https://www.youtube.com/watch?v=WT7hLuAkVeg