donderdag 29 juni 2017

Beeldende vorming les 8



Deze les stonden een paar doelen centraal:


Je kunt het productieve deel van een les uitdagend maken middels een open en controleerbare opdracht.
Je kunt een (materiaal)technisch en een beeldend doel in een bestaande opdracht BV onderscheiden.
Je kunt beeldende en technische doelen op elkaar af te stemmen die leiden tot een beeldend probleem. 
Je kunt de verschillende doelen van een beeldende opdracht verwerken in het reflectieve deel van de les.

We begonnen met het maken van een stempelplaat van klei. Deze opdracht was open, omdat je zelf mocht weten hoe het eruit kwam te zien, maar het was ook gesloten omdat het materiaal vaststond. Het technisch doel in deze opdracht was dat je leerde werken met klei en het beeldend doel was dat het er als een stempelplaat uit moest zien.

Mijn stempelplaat

Na de stempelplaat hebben wij een gezicht gemaakt van klei. Hierbij werd gewerkt met twee kleuren. Het controleerbare deel van de opdracht was dat het een gezicht moest worden en het open deel was dat je zelf mocht weten hoe het gezicht eruit kwam te zien. Het technisch doel van deze opdracht was dat je met klei leerde werken en met de instrumenten, het beeldend doel was dat je een gezicht moest maken.
Mijn gezicht van klei
De eenvoudige piramide
Na het maken van het gezicht gingen wij een stad maken. Dat het een stad moest worden was de controleerbare opdracht, maar het was open hoe de stad eruit kwam te zien. Met de klas hadden wij al snel besloten om het een wereldstad te maken met allerlei herkenbare gebouwen uit de wereld, zoals de Eiffeltoren, piramides en de Big Ben. In een drietal begon ik aan de piramide. De eerste piramide was vrij eenvoudig, maar de twee piramide die we maakten was deels open met één verdieping. Bij deze opdracht leerde je goed hoe je met klei moest werken en hoe je klei stevig aan
elkaar maakt. Ook leerde we om constructies
met klei te maken.
De ingewikkeldere piramide















Bij de reflectie van onze stad hebben we gekeken naar de gebouwen en waar de gebouwen moesten staan, zo stond de Big Ben als kerk in het midden en de piramides aan de buitenkant van de stad, net zoals de vuurtoren.
Onze stad

Het waren allemaal hele leerzame opdrachten, waarbij ik veel geleerd heb over het werken met klei en hoe je klei stevig aan elkaar kan maken. De doelen van deze les waren dat je leerde hoe je stevige constructies met klei kon bouwen.



donderdag 15 juni 2017

Beeldende vorming les 7

Deze les begon met theorie.
De doelen voor deze les waren:
  1. Je kunt de eerste 3 ontwikkelingsfasen van het beeldend vermogen van kinderen benoemen en toelichten.
  2. Je kunt de kindertekeningen van je stage indelen in de 3 ontwikkelingsfasen van het beeldend vermogen.
  3. Je kunt aan de hand van kenmerken in tekeningen beargumenteren in welke ontwikkelingsfase het kind zit. 
  4. Je kunt een bewuste keuze maken voor een opdracht die het beeldend vermogen van kinderen stimuleert.
Het beeldend vermogen is: Onder beeldend vermogen verstaan we de mogelijkheden die de kinderen van nature hebben om, eerder nog dan met taal, verslag te doen van de dingen die in hun wereld te zien zijn. We mogen dat niet verwarren met de handigheid die ze gebruiken om een leuke tekening voor je te maken (bron: http://www.taalvormingentaaldrukken.nl/AT/AT703EB02.htm).
We begonnen met groepjes maken van ongeveer 5 en we kregen 30 kindertekeningen en kenmerken. Deze tekeningen moesten we in volgorde leggen  van de tekening van het jongste kind naar de tekening van het oudste kind. Hierbij moest je letten op open/gesloten vormen, gebruik van de grondlijn, de dingen die ze tekende en wel/niet bladvullend. deze opdracht hebben we uiteindelijk klassikaal besproken en ons groepje zat aardig in de buurt.













 



  







Na deze theorie begonnen we aan de praktijk. We konden kiezen uit drie opdrachten: een slaapkamer nachtdier, een slingerweggetje of met verf of ecoline een schilderij maken. Je moest twee opdrachten doen. Ik heb gekozen voor een slaapkamernachtdiertje en een schilderij met ecoline. Zie hieronder voor het resultaat:

Het slaapkamerdiertje
De schilderijen


Als afsluiting hebben we nog ons lied geoefend voor de videoclip. Wij hebben het lied: 'surfin usa' van Beach Boys.



zondag 28 mei 2017

Beeldendevorming Les 6

Deze les begon met het herhalen van de theorie van de vorige periode.
Eerst doornemen welke kerndoelen bij beeldende vorming horen, namelijk:
54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

Ook hebben we het nog gehad hoe kinderen naar kunst kijken. Kunst moet in hun ogen realistisch zijn, want dan is het mooi.

Hierna hebben wij de lessen uit periode 2 gekoppeld aan de leerlijn en er verdieping aan gegeven.

Na de theorie begonnen we aan de praktijk. We konden kiezen uit een pop maken, stof marché en een symbool maken. Ik heb gekozen voor de pop maken. Voordat wij hieraan begonnen hebben wij een filmpje over Bas Kosters (bekende kunstenaar) gekeken en ondertussen een schets voor onze eigen pop gemaakt.
Voorbeelden van het werk van Bas Kosters

Zelf heb ik ook een pop gemaakt. Hieronder het resultaat:


Als laatste hebben wij met de klas de poppen bij elkaar gezet en gereflecteerd.



Alle poppen van de klas bij elkaar.

zondag 5 februari 2017

Beeldendevorming les 5

Les 5

In deze les stonden een aantal doelen centraal:



  • Je kunt de eerste 3 ontwikkelingsfasen (van de 5) uit de theorie van Parsons onderscheiden.

  • Je kunt verschillende typen vragen formuleren bij beelden uit de beeldcultuur.

  • Je kunt onderbouwen waarom een bepaalde vraag aansluit bij een bepaalde ontwikkelfase


Deze les begon met theorie. Het ging vooral op de fases van de theorie van Parsons. Die theorie luidt als volgt:

Fase 1: Het beeld roept associaties op.

Fase 2: Bij deze fase is het voor de persoon belangrijk dat het beeld iets voorstelt.

Fase 3: Bij deze fase gaat de beschouwer gaat ervan uit dat de maker in zijn beeld een betekenis heeft gelegd en dat de beschouwer wil achter die betekenis komen.

Fase 4: In deze fase beseft de beschouwer dat een beeld een sociale functie heeft. Iedereen ziet een beeld anders.

Fase 5: Bij deze fase is het besef dat iedereen een mening kan vellen gebaseerd op eigen inzicht en smaak.

We deden een kleine quiz op Prowise over de theorie.

We konden voor de praktijk kiezen uit drie opdrachten:

1. Een bewogen beweging maken met ijzerdraad en aluminiumfolie.

2. Een dier maken met karton en tape.

3. Een onderwaterwereld maken met gekleurd papier.

Ik heb voor opdracht 3 gekozen, omdat mij dit de leukste opdracht leek.

Dit is uiteindelijk het resultaat geworden:




Beeldendevorming les 4

Les 4

De doelen van deze les waren:




  • Je kunt 3 perioden in de beeldcultuur (klassiek, modernistisch en postmodern) beschrijven.

klassieke kunst:   aanduiding voor de periode in de Griekse kunst van 480 tot 323 v.C. 

modernistische kunst: Avant-gardistische artistieke uitingen vanaf het begin van de 20e eeuw tot ongeveer de jaren 60.  

Postmoderne kunst: een stroming in de kunsten die o.a. graag teruggrijpt naar het verleden door gebruik te maken van citaten.


  • Je kunt een beeld onderzoeken en omschrijven waarop de betekenis van het beeld gebaseerd is

  • Je kunt aan de vorm of inhoud van een beeld een open en controleerbare opdracht koppelen.

Een openopdracht is een opdracht waarin leerlingen zelf mogen kiezen wat ze doen.

Een controleerbare opdracht is een opdracht waarvan vaststaat hoe het moet




Deze les ging over kunstbeschouwen. Als eerst kregen we verschillende schilderijen te zien en in één groepje moest je een schilderij kiezen. Ik zat in het groepje met Lisa en Hicham. Wij hebben voor het schilderij van Olafur Eliasson – The Weather Project, 2003 gekozen. Wij denken dat in het schilderij mensen naar het einde (de dood) lopen, dit omdat iedereen naar één dezelfde richting loopt, naar de richting waar een grote lichtgevende bol staat en waar het schilderij ophoudt (zie foto naast tekst).



Daarna moest je bij een bekend schilderij een Podcast maken. Wij hebben een Podcast gemaakt bij het schilderij de Sixtijnse Madonna van Rafaël Santi. Alleen dan het ingezoomde gedeelte van de twee engeltjes (zie foto naast tekst)

Onze Podcast vonden wij uiteindelijk wel leuk, alleen we hadden het met effecten nog iets levendiger mogen maken.


 

Na het maken van de Podcast gingen we aan de slag met het maken van een sneeuwlandschap. Eerst de ondergrond verven, vervolgens de details en als laatst de sneeuwvlokken. Na de landschappen gemaakt te hebben moesten wij ons kunstwerk qua moeilijkheid bij onderbouw, middenbouw of bovenbouw plaatsen. Ik zou mijn eigen werk bij middenbouw plaatsen, omdat er niet veel perspectief inzit, maar er toch ook wel gewerkt is met details.


zondag 29 januari 2017

Beeldendevorming les 3


Les 3


De doelen van deze les waren:

  • Je kunt een korte stop-motionanimatie maken waarin bewegingssuggestie tot uitdrukking komt.
  • Je kunt benoemen welke werkprocessen aan bod zijn gekomen bij de totstandkoming van de animatie.
  • Je kunt met vooraf bepaalde (beoordelings)criteria reflecteren op het eigen (groeps)werkstuk.
Deze les was er weinig theorie en we gingen bijna gelijk aan de slag met het maken van een stop-motion met onze racemonsters.

We kregen eerst uitleg over de spanningsopbouw en over de 6 W’s (wie, waarom, waar, waartoe, wat en wanneer), zodat we deze konden toepassen in ons filmpje.

Daarna gingen we aan de slag met de stop-motion met behulp van een green screen. Ik zat in het groepje met; Max, Hicham, Edgar, Guus en Shannen. Het maken van de stop-motion was leuk, alleen door de grootte van de groep was het lastig om gelijk met zijn alle eens te zijn over hoe we het eruit wilden laten zien.

Uiteindelijk vinden wij ons filmpje leuk geworden, alleen het had iets minder langdradig moeten zijn.

Link filmpje stop-motion

zaterdag 21 januari 2017

Beeldendevorming les 2

Beeldende vorming les 2


De doelen voor deze les zijn:


  • Je kunt aangeven wat de procesdoelen en productdoelen van de beeldende opdracht zijn.
  • Je kunt een werkstuk maken van kosteloos materiaal door middel van het werkproces experimenteren.
  • Je kunt tenminste 3 verschillende assemblagetechnieken onderscheiden en toepassen in het werkstuk. (Bijvoorbeeld: schroeven, lijm, in elkaar vouwen, ect.)
  • Je kunt een storyboard ontwerpen voor een korte stop-motion animatiefilm (zie volgende bijeenkomst).
Voor deze les moesten wij kosteloos materiaal meenemen waar wij een race-monster van gingen maken. Ik had melkpakken, een eierdoos, waxinelichtjes en een limonade fles meegenomen. Voordat we begonnen met het maken van een race-monster kregen we eerst nog wat theorie.

De theorie begon met uitleg wat product en procescomponenten zijn. Procescomponenten zijn beschouwing, onderzoek, werkwijze en reflectie. Wij hebben met procescomponenten geoefend door bij screenshots van een filmpje van Dick Bruna en Nijntje het juiste kaartje (s) (met daarop beschouwing, onderzoek, werkwijze of reflectie) te leggen. Bij beschouwing hoort bijvoorbeeld hoe Nijntje eruit ziet, bij onderzoek hoort bijvoorbeeld Dick Bruna de keuze voor de kleuren heeft bedacht (in dit geval geïnspireerd door 3 kunstenaars), bij werkwijze hoort bijvoorbeeld hoe Dick Bruna, Nijntje tekende en bij reflectie hoort bijvoorbeeld dat Dick Bruna reflecteerde op zijn eigen werk.

Na de uitleg over procescomponenten kregen wij uitleg hoe het komt dat er auto snel, lief, stoer of langzaam lijkt. Dit komt door de eigenschappen die je een auto toekent door boze ogen of juist lieve ogen aan een voertuig te geven of door donkere kleuren of lieve/zachte kleuren te gebruiken.

Na de theorie begonnen wij met de praktijk. Voor het maken van een race-monster konden wij allerlei gereedschap gebruiken; lijmpistool, hamer, spijkers, plastic snijder en nog veel meer. Ik heb er voor gekozen om van mijn eierdoosjes stoelen te maken en die met spijkers en lijm op mijn limonade fles te bevestigen. Voor de wielen heb ik wc-rolletjes gebruikt en die met ijzerdraad bevestigd aan de limonade fles. Als laatst heb ik met twee waxine lichtjes ogen gemaakt op de limonade fles en stroken voor de uitlaat gebruikt.


Volgende week gaan we van onze race-monsters stop motion filmpjes maken.